Zomerse BBQ

Gisteren ontvingen we vrienden thuis en het plan was om te barbecuen. En daar waar ik steevast zelf beslis wat de dagelijkse post schaft, gebeuren zo’n etentjes met vrienden altijd in fijne co-creatie met mijn man. Hij zorgt ervoor dat de tuin en het terras er goed bij ligt, hij steekt het vuur aan, en zorgt voor de vis, het vlees en de drank. Ik zorg voor de groentebereidingen en het dessert. Een heel traditionele rolverdeling die heel goed werkt tussen ons.

Ik wil je even meenemen in mijn afgelopen 3 dagen, van zee en veld tot keuken.

13-14 augustus waren we in Duinkerke, mijn schoonbroer (die in Evian-les-Bains woont) was er op vakantie met zijn gezin en een mooie gelegenheid om elkaar terug daar te zien. Ik denk dat de helft van onze gesprekken over ‘eten’ gingen. Iets wat ik me ook herinner van vroegere contacten met Fransen: zij kunnen gewoon hele gesprekken vullen met recepten en producten. Ik kan daar echt van genieten. We keerden huiswaarts met verse vis, netjes vacuum ingepakt.

Op 15 augustus gingen we naar de zelfoogsttuin waar we zijn aangesloten om onze voorraad ajuinen (gele en rode) en sjalotten te oogsten. Ik kan daar zo van genieten, om die mooie producten uit de grond te halen en daar zakken mee te vullen. Ik ben trouwens dol op ajuinen. Veel maaltijden starten bij mij met het aanstoven van een ajuin. En ik kan erg genieten van gebakken ajuien of sjalotten op een goed stuk rundsvlees.

Paprika’s, aubergines en courgettes zijn er nu ook volop, en dat wil dus zeggen dat het nu de tijd van het jaar is om ratatouille te maken. Zoals alle stoofgerechten: een ratatouille is de dag na de bereiding nog lekkerder, dus ik maakte ‘m zaterdag al om op zondag te serveren bij de BBQ. Ratatouille is één van m’n ‘signatuur gerechten’ zoals mijn man het noemt. Als dit met aandacht en liefde wordt gemaakt zoals het hoort, dan is dit werkelijk super lekker. Ik start met enkele ajuinen in een grote pot, en dan worden vervolgens de courgette en aubergine apart aangestoofd in een pan ernaast, goed gekruid en met rijkelijk olie. De paprika’s laat ik poffen onder de grill, even laten afkoelen en dan kan je het zwart geblakerde vel er zo afhalen. Het maakt een wereld van verschil. Idealiter gaan er ook nog vleestomaten bij (coeur de boeuf is mijn favoriet) maar als ik geen zongerijpte tomaten vind, dan wordt het gewoon een fles tomatenpassata.

Ook voor maïskolven is het nu de moment. Zo heerlijk om je tanden te zetten in die goudgele kolven. 15 minuten laten koken, afgieten en serveren met boter en zout.

Kippenbouten laten we marineren in een mengsel van olie, mosterd, geraspte gember en kruiden. Vooraleer die de BBQ opgaan, steken we we ze even in de oven. Klinkt misschien gek, maar zo heb je kip die perfect gaar is met BBQ smaak zonder te verbranden.

Worstjes allerhande horen er ook bij, evenals dikke plakken entrecote met vet. Jarenlang moest ik er niets van weten, van dierlijk vet, en nu ga ik net op zoek naar vlees met vet. Het maakt een wereld van verschil, naar smaakbeleving, maar ook naar verzadiging toe.

Nog een specialiteit van mij zijn polentakroketjes. Het geheime ingrediënt hiervoor is ‘echte bouillon’. Die bouillon maakte ik zaterdagavond (het is echt geen werk, hooguit 10 minuten dat je ermee bezig bent in de keuken) en liet ik de hele nacht ‘trekken’ (bouillon mag niet koken of pruttelen!). Zondagochtend met de verse bouillon polenta gemaakt, zoals aangegeven op de verpakking waarbij ik toch ietsje meer polenta nam (om te vermijden dat de kroketjes niet stevig genoeg zouden zijn). De verpakking gaf aan 225g op 1 liter bouillon, ik nam 250g polenta. 1/2 el zout erbij en afwerken met 100g geraspte parmezaan. Overgieten in een ovenschaal en laten afkoelen. En dan ruim een half uur voor serveren de polenta in reepjes snijden en deze krokant laten bakken in een pan met veel boter en olie.

Het dessert was ook een schot in de roos en helemaal op voorhand te maken.

Sinds kort hebben we een ijsmachine in huis. Ijs is voor mij ‘fun food’ en ik heb een ‘huisregel’ met de kinderen afgesproken dat we enkel ijs eten bij meer dan 25°C (dat was het gisteren net niet, maar daarvoor zijn er de uitzonderingen op de regel ;-). Ijs heb ik altijd als iets ‘voor buitenshuis’ gehouden, zodat stoppen aan een ijsboerderij nog iets speciaals blijft. Maar de plek waar we vorige jaren naartoe gingen hier in de buurt voor vers schepijs kon ons niet meer bekoren. Zowel wat betreft smaak als zoetheid. Het leek me dat ze met de jaren meer suiker in hun ijs deden (of is het eerder mijn smaak die met de jaren minder ‘zoet’ is geworden…). Supermarkt ijs hebben we uiteraard ook al meermaals gekocht, maar ook hier: smaak is vaak kunstmatig, zoetheid is vaak te hoog. Dus ja, zo schafte ik me dit jaar toch een ijsmachine aan. Ik heb hierbij al jaren het voorbeeld van mijn moeder, die het lekkerste ijs gewoon zelf maakt. Net zoals ik jaren geleden ook begonnen ben met het maken van bouillon, omdat haar soepen niet te evenaren zijn.
Melk, room, eidooiers, suiker, vanillepoeder. Het is poepsimpel om ijs te maken. Wel is enige aandacht nodig dat de eieren niet stollen op het vuur. Als die bereiding klaar, mag ze gewoon rusten en afkoelen. Een uur voor serveren gaat dit mengsel de ijsmachine in.
Ik serveerde erbij ovengegaarde pruimen en vijgen. De pruimen kwamen uit de eigen tuin. De oogst was dit jaar zo overvloedig dat 2 flinke takken aan de boom zijn afgebroken. 500g pruimen, 500g vijgen, in stukken in een ovenschaal. 2 el honing, 2 el appelazijn, 2 kaneelstokken, 2 steranijs, snuf zout en dan dit geheel voorzichtig met de handen door elkaar husselen. 25min in de oven op 200°C en ook dit is in een wip klaar.

Met enkel de eidooiers nodig te hebben voor het ijs, had ik 4 eiwitten over en kwam ik op het idee om kokosrotsjes te maken. 4 eiwitten stijfkloppen, en daar 200g geraspte kokos en 150g suiker onder mengen. Een bakplaat vullen met hoopjes van dit mengsel en dit kon na de pruimen en vijgen de nog hete oven in. Ook dit is een vorm van #kettingkoken: meerdere bereidingen achter elkaar in de oven steken.

De ovenschaal met fruit werd op de nog hete BBQ gezet terwijl het ijsmachine aan het draaien was. Dat werd een prachtig dessertbord, die lauwwarme pruimen en vijgen in een dieppaarse glanzende saus, daar wat ijs op (volgende keer toch beter even in de diepvries steken) en wat verkruimelde kokosrotsjes bij.

We hebben genoten van lekker eten en veel gelachten, zoals zondagse lunches met vrienden horen te zijn.

PS Het is zo waardevol om aan de slag te gaan in je keuken met datgene dat er nu beschikbaar is. Ik kwam afgelopen week een eetdagboek tegen met rode kool en kip met appelmoes. Niets mis met rode kool of appelmoes, maar die tijd komt nog. Net door datgene te eten dat moeder natuur ons geeft in bepaalde periodes van het jaar, geef je datgene dat nodig is aan je lichaam. #keepitsimple #backtobasic

PS #kettingkoken is een naam die ik zelf bedacht heb en waarvan ik hou in de keuken: 1x koken, meermaals eten. Ratatouille is daar een goed voorbeeld van. Je maakt 1x een grote pot ratatouille, en vervolgens serveer je dit met vlees, met vis, met kikkererwten, met linzen, met feta, op een omelet, met brood (bij voorkeur een knapperige baguette), met pasta… de mogelijkheden zijn eindeloos.

Wil je meer weten over mijn visie omtrent voeding, zonder het tellen van calorieën, zonder exotische superfoods of supplementen, maar wel waar genieten en relaxe relatie met voeding centraal staat? Schrijf je dan hier in voor een eerstkomend EetWijzers webinar.


Volgende
Volgende

Dé manier om paprika's te eten (+ recept)